ID: 163931
Beschreibung
Auteur: Ludo Cuyvers Helma Houtman Uitgever: Universitaire Pers Leuven*Nederlands
541 pagina's
Universitaire Pers Leuven
De geschiedenis eindigt niet bij het heden, maar strekt zich in een voortdurende veranderlijkheid uit tot in de eeuwigheid, als een nooit eindigende reis. De historicus observeert het heden, analyseert het verleden en blikt vooruit in de toekomst, in de overtuiging dat in het heden een groot deel van het verleden vervlochten ligt en in de toekomst een groot deel van het heden. Voor hem geeft het verleden zo vorm aan heden en toekomst.
Op dezelfde manier beïnvloedt het economisch gebeuren de samenleving. Dit boek wil aan de vooravond van de eenentwintigste eeuw en het derde millennium de economie van 'gisteren' en van 'nu' panoramisch bekijken om die van 'straks' beter te kunnen begrijpen. Daarom start het verhaal al in de late middeleeuwen. Het richt zich voornamelijk op Europa, dat met zijn fascinerende economische ontwikkeling beslist van groot belang is geweest voor de vorming van de huidige samenleving. Gaandeweg echter, en evident bij de bespreking van de negentiende en de twintigste eeuw, worden de Verenigde Staten van Amerika, Japan, de andere Aziatische gebieden en de Derde Wereld in de bespreking betrokken. De indeling van dit boek is tegelijk chronologish en thematisch. Niet alle economisch-historische fenomenen kunnen worden besproken, niet alle landen of delen van de wereld kunnen even uitgebreid aan bod komen. Er werd selectief te werk gegaan: dit boek brengt 'een' geschiedenis van de wereldeconomie.
In de eerste drie delen schetst Helma Houtman-De Smedt een beeld van de economische geschiedenis vanaf de late Middeleeuwen tot de Tweede Wereldoorlog. Zij belicht daarin het moderniseringsproces dat zich in Europa aftekende vanaf de 15de tot het midden van de 18de eeuw, het Europees overwicht in de wereld, het ontstaan en de groei van het industriële kapitalisme in en buiten Europa en de ondergang van Europa's wereldhegemonie. Ludo Cuyvers neemt in deel IV en V de naoorlogse economische wereldgeschiedenis voor zijn rekening. Hij gaat daarbij dieper in op de bipolaire wereldorde die op het einde van de Tweede Wereldoorlog is totstandgekomen en hij bespreekt de institutionele pijlers van het naoorlogse wereldsysteem.
De geschiedenis eindigt niet bij het heden, maar strekt zich in een voortdurende veranderlijkheid uit tot in de eeuwigheid, als een nooit eindigende reis. De historicus observeert het heden, analyseert het verleden en blikt vooruit in de toekomst, in de overtuiging dat in het heden een groot deel van het verleden vervlochten ligt en in de toekomst een groot deel van het heden. Voor hem geeft het verleden zo vorm aan heden en toekomst.
Op dezelfde manier beïnvloedt het economisch gebeuren de samenleving. Dit boek wil aan de vooravond van de eenentwintigste eeuw en het derde millennium de economie van 'gisteren' en van 'nu' panoramisch bekijken om die van 'straks' beter te kunnen begrijpen. Daarom start het verhaal al in de late middeleeuwen. Het richt zich voornamelijk op Europa, dat met zijn fascinerende economische ontwikkeling beslist van groot belang is geweest voor de vorming van de huidige samenleving. Gaandeweg echter, en evident bij de bespreking van de negentiende en de twintigste eeuw, worden de Verenigde Staten van Amerika, Japan, de andere Aziatische gebieden en de Derde Wereld in de bespreking betrokken. De indeling van dit boek is tegelijk chronologish en thematisch. Niet alle economisch-historische fenomenen kunnen worden besproken, niet alle landen of delen van de wereld kunnen even uitgebreid aan bod komen. Er werd selectief te werk gegaan: dit boek brengt 'een' geschiedenis van de wereldeconomie.
In de eerste drie delen schetst Helma Houtman-De Smedt een beeld van de economische geschiedenis vanaf de late Middeleeuwen tot de Tweede Wereldoorlog. Zij belicht daarin het moderniseringsproces dat zich in Europa aftekende vanaf de 15de tot het midden van de 18de eeuw, het Europees overwicht in de wereld, het ontstaan en de groei van het industriële kapitalisme in en buiten Europa en de ondergang van Europa's wereldhegemonie. Ludo Cuyvers neemt in deel IV en V de naoorlogse economische wereldgeschiedenis voor zijn rekening. Hij gaat daarbij dieper in op de bipolaire wereldorde die op het einde van de Tweede Wereldoorlog is totstandgekomen en hij bespreekt de institutionele pijlers van het naoorlogse wereldsysteem.