ID: 173963
Omschrijving
Graaf, Hermine de - Vijf broden en drie vissen
Verhalen
Amsterdam, Meulenhoff, 1994, 1e druk
Paperback
12,5 x 20 x 2,6 cm.
225 Bladzijden
NIEUW. ONGELEZEN
Vijf broden en drie vissen heet de bundel verhalen en wie erin begint te lezen denkt eerst met tien los van elkaar staande verhalen te maken te hebben. Bij het zesde verhaal blijkt echter dat de bundel een spiegelstructuur heeft: vijf en zes horen bij elkaar, vier en zeven, drie en acht, twee en negen, en tenslotte één en tien. Dat tiende verhaal is bovendien te beschouwen als een accolade over het geheel, want daarin trommelt de schrijfster alle mannelijke nevenfiguren op (de hoofdfiguren zijn meisjes en vrouwen) voor een onderhoud over de gebeurtenissen voormeld.
Het is een elegante afrondingsprocedure, met nog hier en daar wat overwegingen met betrekking tot het werkelijkheidskarakter of de fictionaliteit van de verhalen. Op de laatste bladzij trekt de schrijfster zich terug uit het gezelschap, wat dan ook het einde van het boek betekent.
Hermine de Graaf-Jonkers (Winschoten, 13 maart 1951 - Buinen, 24 november 2013) was een Nederlandse schrijfster.
De Graaf, die Nederlands studeerde, debuteerde in 1984 met de roman Een kaart, niet het gebied, bekroond met de Geertjan Lubberhuizenprijs voor het beste debuut.
Daarna schreef ze nog zo'n elf andere boeken. In 1988 kreeg ze de F. Bordewijkprijs voor de novelle De regels van het huis.
In 2002 verscheen bij uitgeverij De Geus haar laatste roman Mijn moeder en de duif of hoe ik met schaatsen stopte. Volgens de uitgever viel De Graaf op "door de opgewekte weerbarstigheid van haar -vrouwelijke- personages, haar fabuleuze compositietechniek en haar trefzekere stijl".
Kosten van verzending (Nederland: € 3,95; Europa: € 11,50) ten laste van koper
Verhalen
Amsterdam, Meulenhoff, 1994, 1e druk
Paperback
12,5 x 20 x 2,6 cm.
225 Bladzijden
NIEUW. ONGELEZEN
Vijf broden en drie vissen heet de bundel verhalen en wie erin begint te lezen denkt eerst met tien los van elkaar staande verhalen te maken te hebben. Bij het zesde verhaal blijkt echter dat de bundel een spiegelstructuur heeft: vijf en zes horen bij elkaar, vier en zeven, drie en acht, twee en negen, en tenslotte één en tien. Dat tiende verhaal is bovendien te beschouwen als een accolade over het geheel, want daarin trommelt de schrijfster alle mannelijke nevenfiguren op (de hoofdfiguren zijn meisjes en vrouwen) voor een onderhoud over de gebeurtenissen voormeld.
Het is een elegante afrondingsprocedure, met nog hier en daar wat overwegingen met betrekking tot het werkelijkheidskarakter of de fictionaliteit van de verhalen. Op de laatste bladzij trekt de schrijfster zich terug uit het gezelschap, wat dan ook het einde van het boek betekent.
Hermine de Graaf-Jonkers (Winschoten, 13 maart 1951 - Buinen, 24 november 2013) was een Nederlandse schrijfster.
De Graaf, die Nederlands studeerde, debuteerde in 1984 met de roman Een kaart, niet het gebied, bekroond met de Geertjan Lubberhuizenprijs voor het beste debuut.
Daarna schreef ze nog zo'n elf andere boeken. In 1988 kreeg ze de F. Bordewijkprijs voor de novelle De regels van het huis.
In 2002 verscheen bij uitgeverij De Geus haar laatste roman Mijn moeder en de duif of hoe ik met schaatsen stopte. Volgens de uitgever viel De Graaf op "door de opgewekte weerbarstigheid van haar -vrouwelijke- personages, haar fabuleuze compositietechniek en haar trefzekere stijl".
Kosten van verzending (Nederland: € 3,95; Europa: € 11,50) ten laste van koper